Op een bewolkte 21 oktober in het jaar 1993 werd ik geboren in het idyllische Spijkenisse. Mijn eerste dag op deze aarde. Daar was ik dan. Ik zat in de pinguïnklas op de peuterschool en startte als vroege leerling op de basisschool. Inmiddels waren mijn ouders al 3,5 jaar uit elkaar en kwam bijna mijn stiefmoeder in mijn leven. Op de basisschool was ik een goede leerling. Het rekenen en lezen ging me gemakkelijk af, al was het begrijpend lezen altijd een aandachtspuntje. Met een prima advies op zak ging ik na groep 8 naar het atheneum op de middelbare school. In mijn vrije tijd voetbalde ik graag. Ik zat in een fijn vriendenteam, trainde twee keer per week en op de zaterdag speelde ik een wedstrijd. Ik had fijne vrienden op school en thuis en begon een beetje rond te hangen buiten. Op school ging het wat minder, van het atheneum ging ik naar de havo en ik bleef ook nog ergens halverwege mijn schoolcarrière zitten. Ik maakte me er allemaal niet zo druk om, ik wilde toch geen dokter worden. De mensen in mijn omgeving leken zich drukker te maken om mijn toekomst dan ikzelf. Komt toch allemaal wel goed? Hoe vaak ik in mijn leven heb gehoord dat mensen jaloers waren omdat ik me nooit zorgen leek te maken en nooit stress leek te hebben. Waarom zou je? Van stress ga je eerder dood. Ik haal de 100 dus vast wel.
Na de havo ging ik studeren aan de Haagse Hogeschool. Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Vond er niks aan, zeker omdat ik het gevoel had dat het alleen maar ging over hoe om te gaan met ouderen en ik wilde niet met ouderen werken. Ik stopte met mijn opleiding, al iets eerder dan dat ik thuis had verteld, en ging een baantje zoeken. Ironisch genoeg werd ik aangenomen bij een verzorg- en verpleegtehuis en mocht ik via hen starten met de opleiding Verzorgende IG. Zes jaar later besloot ik dat ik fantastisch werk had, gek was op het werken met ouderen en enorm veel had geleerd, maar dat ik niet aan het bed wilde blijven staan. Ik woonde inmiddels samen met mijn toenmalige partner en wilde net als hij lekker van 9 tot 5 aan de slag. Ik ging terug naar school. Dit keer de opleiding Social Work aan de Hogeschool Rotterdam. Top! Ik weet wat ik wil, heb het naar mijn zin en heb alleen maar fijne mensen om me heen. Die 100 haal ik nog steeds wel.
In mijn voorlaatste jaar van mijn opleiding eindigde mijn relatie. Ik moest de vaste lasten, mijn collegegeld, boeken en de boodschappen weer zelf betalen. Ah joh, doen we dat toch. Ik ging van vol- naar deeltijd en zocht een baantje. Zo gezegd, zo gedaan. Het leven was nog steeds mooi. Ik werd aangenomen bij mijn stageplek en mocht drie dagen per week als volwaardig maatschappelijk werker aan de slag. Daarnaast onderhield ik mijn sociale contacten, stak ik veel tijd in gelukkig zijn en schreef ik nog even een scriptie. Ging allemaal prima, ik leidde immers een stressloos leven.
Ik was inmiddels 28 en belde op een vrijdagavond met mijn beste vriendin. Het viel ons op dat er iets geks was met mijn gezicht, ik kon het niet meer bewegen op de manier dat ik normaal wel kon. Mijn mond hing aan één kant en ik kreeg mijn oog niet helemaal meer dicht. Haha, dat ziet er gek uit, dachten wij. Op de achtergrond bij mijn beste vriendin riep haar vriend dat het misschien toch verstandig is even naar de eerste hulp te gaan. Nou vooruit, om hem gerust te stellen. Met een andere beste vriendin op vrijdagavond in het ziekenhuis en de angst voor een beroerte begon toch ineens te stijgen. Gelukkig bleek ik een aangezichtsverlamming te hebben en geen beroerte. Opgelucht vroeg ik aan de arts, ‘’Hoe kan dit gekomen zijn?’’ en hij vertelde mij dat dit meestal komt door stress.
Stress? Maar dat heb ik nooit…